Jezelf vergeten

Extract uit het boek “Zwijgen over stilte, spreken over zenZwijgen over stilte, spreken over zen” van Maurits Hogo Dienske.

Tijdens zazen houd je de aandacht zo laag mogelijk in het lichaam, ongeveer tussen de navel en de bekkenbodem. Je kijkt niet vanuit het hoofd omlaag, alsof aandacht betekende dat een subject iets tot object maakt. Aandacht is de helderste plek van Je bewustzijn. Die plek kan zich door het lichaam heen verplaatsen. Dat kun je leren in yoga. Breng de aandacht omlaag en blijf daar heel direct aanwezig. Bekijk die plek van binnen uit en niet van buiten af.

Adem rustig uit. Het ene extreem is dat je de adem omlaag perst, en het andere extreem is dat je de adem in één plof slap laat weglopen. Vermijd beide extremen. Adem rustig uit. Zorg er tegelijk voor dat tij­dens de uitademing de borstkas niet in elkaar zakt, dat het borstbeen omhoog blijft, dat de schouders ontspannen blijven en de neiging hebben iets naar achteren te rollen.

Aan het eind van de uitademing moet ook alle spieractiviteit die voor het ademen nodig was, restloos verdwenen zijn. Er is een ogenblik van volkomen rust. Beleef die rust heel bewust. Neem het lichaam als een geheel waar, vanuit de plek tussen navel en bekkenbodem. Vanuit die plek voel je hoe het lichaam rechtop zit, ontspannen en alert. Als je aandacht laag is, dicht bij het zwaartepunt, is het heel eenvoudig sterk en in evenwicht te zijn. Houd je niet met de inademing bezig. Die komt vanzelf wel. Beleef de rust. Laat het aan het lichaam over wanneer het wil inademen. Inademen is toelaten. Het ene extreem is dat je je bewust volzuigt, en het andere extreem is dat je een kleine slappe beweging maakt.

Laat het aan het lichaam over hoeveel lucht het wil opnemen. Tijdens zazen heb je niet veel adem nodig. Zorg ervoor dat de beweging van de inademing door het hele lichaam voelbaar wordt. het is niet heel belangrijk waar je adem haalt, in je buik of in je flanken of in je borst. Maar waar je ook ademt, voel hoe de beweging zich naar beneden toe doorzet. Je kunt een kleine verende beweging in de bekkenbodem voelen. Raak als het ware de bekkenbodem zachtjes aan, zonder hem omlaag te drukken.

Tussen inademing en uitademing is geen pauze, maar we! een over­gang. De snelheid van inademen neemt af, dan is er een ondeelbaar ogenblik van stilstand, en dan begint met een ronde beweging de uit­ademing.

Dit kun je in drie instructies samenvatten. (1) Leg het lichaam niet op hoe het ademen moet. Niet op een bepaalde plek willen ademen, niet in een bepaald tempo willen ademen, niet diep of ondiep willen ademen. (2) Zorg voor een ogenblik van volkomen rust tussen uitade­ming en inademing. (3) Wees je voor 100% van de adem bewust en manipuleer hem op geen enkele manier. Geef de touwtjes uit handen.

Maak van elke ademhaling een kunstwerk. Als er een tussendoor loopt die niet zo mooi is, laat je die zonder commentaar achter je. Begin opnieuw met de volgende.

Jezelf vergeten betekent niet dat er eerst iets in je geheugen zat en dat het er vervolgens uit verdwenen is. Het wil zeggen dat denken en willen geen invloed op de aandacht uitoefenen. De derde en de vierde skandha be”invloeden de vijfde niet. Daardoor is de aandacht volkomen in rust. Voor een ogenblik ben je aanwezig zonder naar iets anders te verlangen.

Dit is jezelf vergeten tijdens zazen. In het dagelijks !even gaat het net zo. Alleen zijn de omstandigheden anders. Je luistert naar iets wat een ander vertelt, zonder na te denken of je het er we! mee eens bent, en zonder ongeduldig te wachten tot jij aan het woord komt. Je laat muziek heel direct tot je doordringen, zonder je af te vragen wie de componist is. Je loopt langs de branding en voelt de wind in je ge­zicht. Jezelf vergeten betekent je zorgen en belangen tijdelijk opzij zetten en de wereld toelaten. Deze bomen verschijnen in deze vorm alleen doordat jij ernaar kijkt. Maak van die ogenblik een kunstwerk. Het bevat alles en het komt nooit meer terug.